Weetjes

Van alles wat....
VZW Petanque Club Alosta,
Langestraat 12 - 9300 Aalst
Ondernemingsnummer: 410.497.268

Petanque termen

  • Biberon: De boule ligt tegen het but aan.
  • Boule: De ijzeren ballen waarmee we spelen.
  • Butje: Houten of kunststof balletje. 
  • Canner: Meten met een wandelstok.
  • Carreau: De geschoten bal neemt plek over van de weggeschoten bal.
  • Casquette: De te raken bal wordt wel geraakt maar blijft op zijn plaats.
  • Chiquer: Bal aan zijkant raken bij schieten zodat deze zijwaarts wegspringt.
  • Cochonnet: Het butje of varkentje.
  • Donnée: De plaats op het terrein waar de bal tijdens spelen neer moet komen.
  • Demi donnée: Een manier van pointeren.
  • Demi portée: Half hoge worp van een bal niet te dicht bij de but.
  • Embouchonner: Het maken van een biberon.
  • Faire un duvant: Pointeren van bal die voor bal van tegenstander stil komt te liggen.
  • Frappeer: Schietend een bal vol treffen.
  • Frappeer double: Twee keer achter elkaar een bal vol treffen.
  • Mène: Werpronde, aanvang bij uitwerpen but en stopt bij laatste geworpen boule.
  • Pieds-tanques: De voeten bijeen houden.
  • Portée: Hoge worp van een bal die dicht bij de but neerkomt.
  • Pointeren: Plaatsen van een bal die stil komt te liggen op van te voren bedachte plaats.
  • Pointeur: De plaatser, de speler die zijn bal bij but plaatst.(eerste in team)
  •  Tireren: Het schieten van een bal zodat deze uit spel verdwijnt.
  • Tireur: De schutter in het teram die ballen wegschiet.
 

Speltypen

  • Tēte a Tēte: Spel waarbij 1 tegen 1 wordt gespeeld met ieder 3 ballen.
  • Doublette: Spel waarbij 2 tegen 2 wordt gespeeld met ieder 3 ballen.
  • Triplette: Spel waarbij 3 tegen 3 wordt gespeeld met ieder 2 ballen.